Welke complimenten heb je al gekregen? Wat hebben anderen al tegen je gezegd, waardoor je je goed voelde? Typ het hieronder en neem deze drie punten mee:

Omgaan met complimenten
Vraag 1/2
Waar en wanneer kreeg je het compliment?
Probeer je de hele situatie zo gedetailleerd mogelijk te herinneren.
Wie gaf het compliment?
Soms is het compliment van een specifiek persoon extra waardevol voor jou. Bijvoorbeeld van iemand tegen wie je opkijkt.
Complimenten kunnen ook zonder woorden.
Als iemand je een knipoog geeft, kan dat een mooie boodschap zijn. Misschien krijg je een glimlach van een leuke jongen of meisje uit je klas. Of raakt iemand even je schouder aan. Beschouw dat ook als een compliment!
Vraag 2/2
Welke positieve gevoelens had je bij deze uitspraken?
Bijvoorbeeld: blij, trots, opgelucht, tevreden, gelukkig, verliefd, ontroerd, plezierig, vrolijk, opgewonden, stralend, trots, vol zelfvertrouwen, ontspannen, optimistisch, sterk, …